geneuzel...
Ik sta met iemand te praten en ontdek iets op haar lip. Even ben ik in dubio: is dit iets wat zij er welbewust op heeft gedaan: een kloddertje koortslipdodende crème wellicht of gewoon anti schrale lippenbalsem in een opvallende kleur? Of is het een vergeten etensrestje of erger?
Ik gok op het laatste en zeg: ' Er zit iets op je lip. ' Waarop zij meteen enigszins gegeneerd en tegelijkertijd rigoureuzer dan nodig haar mond begint te bewerken met twee handen, alsof ze zojuist gekust is door een kameel en onderwijl wat giechelig roept: ' Is het al weg? '
Ja het is weg en opgelucht lacht ze me toe waaruit te concluderen valt dat het kloddertje hier een
' perongelukje ' bleek, zoals mijn kroost het vroeger noemde. Een onschuldig perongelukje, dat wel.
Een iets ernstiger ' perongelukje ' is het snotje dat uit een niets vermoedende neus hangt of dat sliertje spinazie dat zich sierlijk tussen de voortanden heeft gevlochten. Veel mensen durven er niets van te zeggen, doen net of er niets aan de hand is en laten het slachtoffer rustig door babbelen en lachen. En dat terwijl het bijna niet mogelijk is om nog ergens anders naar te kijken dan naar dat ene kleine groene bulletje of dat onsmakelijke sliertje dat straks, als de eigenaar van de neus een onschuldige blik in de spiegel werpt, het schaamrood naar zijn of haar wangen zal jagen. Wetende dat vanaf nu iedereen zich hem of haar zal herinneren als ' de bulletjes neus. ' En hoewel we allemaal wel eens een dergelijke gênante situatie hebben meegemaakt, blijft er iets van durven zeggen tegen de ander toch een ( te) hoge drempel. Zenuwslopend dus voor de bulletjesneus.
Neem bijvoorbeeld de mensen die tijdens een gesprek de neiging hebben om constant over hun eigen neus wrijven. Hier kan de bulletjesneus knap nerveus van worden. Want de vraag is: wat wordt er bedoeld met die neus wrijverij? Heeft de gesprekspartner A: gewoon jeuk? B: last van een dwangneurose. Of is het C: een stille hint ...?
Uitgaande van het laatste zal de bulletjesneus sterk de behoefte krijgen om de eigen neus aan een wrijfritueel te onderwerpen, waardoor het geheel er voor een buitenstaander waarschijnlijk een beetje vreemd uit gaat zien. Twee neus wrijvende idioten tegenover elkaar. Hmm... laten we voor de zekerheid maar afstand houden. Of preventief 112 bellen. Om dit soort situaties te voorkomen is het dus eigenlijk het beste om de ander gewoon te wijzen op het bulletje, het sliertje of het kloddertje. Gewoon subtiel en zonder ophef.
Of zoals mijn oma ooit tegen iemand zei die onder haar zakdoek had doorgesnoten en zodoende een groenig
plakkaat op borsthoogte op de jurk had zitten: ' Zeg, wat een leuke broche heb je op. '
Ik gok op het laatste en zeg: ' Er zit iets op je lip. ' Waarop zij meteen enigszins gegeneerd en tegelijkertijd rigoureuzer dan nodig haar mond begint te bewerken met twee handen, alsof ze zojuist gekust is door een kameel en onderwijl wat giechelig roept: ' Is het al weg? '
Ja het is weg en opgelucht lacht ze me toe waaruit te concluderen valt dat het kloddertje hier een
' perongelukje ' bleek, zoals mijn kroost het vroeger noemde. Een onschuldig perongelukje, dat wel.
Een iets ernstiger ' perongelukje ' is het snotje dat uit een niets vermoedende neus hangt of dat sliertje spinazie dat zich sierlijk tussen de voortanden heeft gevlochten. Veel mensen durven er niets van te zeggen, doen net of er niets aan de hand is en laten het slachtoffer rustig door babbelen en lachen. En dat terwijl het bijna niet mogelijk is om nog ergens anders naar te kijken dan naar dat ene kleine groene bulletje of dat onsmakelijke sliertje dat straks, als de eigenaar van de neus een onschuldige blik in de spiegel werpt, het schaamrood naar zijn of haar wangen zal jagen. Wetende dat vanaf nu iedereen zich hem of haar zal herinneren als ' de bulletjes neus. ' En hoewel we allemaal wel eens een dergelijke gênante situatie hebben meegemaakt, blijft er iets van durven zeggen tegen de ander toch een ( te) hoge drempel. Zenuwslopend dus voor de bulletjesneus.
Neem bijvoorbeeld de mensen die tijdens een gesprek de neiging hebben om constant over hun eigen neus wrijven. Hier kan de bulletjesneus knap nerveus van worden. Want de vraag is: wat wordt er bedoeld met die neus wrijverij? Heeft de gesprekspartner A: gewoon jeuk? B: last van een dwangneurose. Of is het C: een stille hint ...?
Uitgaande van het laatste zal de bulletjesneus sterk de behoefte krijgen om de eigen neus aan een wrijfritueel te onderwerpen, waardoor het geheel er voor een buitenstaander waarschijnlijk een beetje vreemd uit gaat zien. Twee neus wrijvende idioten tegenover elkaar. Hmm... laten we voor de zekerheid maar afstand houden. Of preventief 112 bellen. Om dit soort situaties te voorkomen is het dus eigenlijk het beste om de ander gewoon te wijzen op het bulletje, het sliertje of het kloddertje. Gewoon subtiel en zonder ophef.
Of zoals mijn oma ooit tegen iemand zei die onder haar zakdoek had doorgesnoten en zodoende een groenig
plakkaat op borsthoogte op de jurk had zitten: ' Zeg, wat een leuke broche heb je op. '