Zomer 1976. De zon verwarmt de straatklinkers en weerkaatst 'ogen samen knijpend fel' in de ramen van de vooroorlogse huizen in deze straat. De verf van de houten raamkozijnen ruikt op een prettig muffe manier naar warmte en de donkergroen gelakte voordeuren zijn te heet om tegen aan te leunen.
Op zulke dagen wordt in deze straat alles naar buiten gesleept. Vogelkooien met kleurrijke vogels worden uit donkere huiskamers gehaald en door de even kleurrijke eigenaars, slechts gekleed in korte broek en onderhemd en vaak met de afrokam nonchalant in het kroeshaar gestoken, op het dak van hun aftandse auto's geplaatst, waarna de wagen uitgebreid in het sop wordt gezet. Uit verschillende transistor radiootjes klinkt blikkerige muziek.
In de op de stoep geplaatste opblaasbadjes die vanuit bovenramen via een tuinslang zijn gevuld, wordt lachend en gillend gespetterd door kleine kinderen waar het in deze straat van wemelt, terwijl moeders in alle maten en kleuren, met de ellebogen op een kussen geleund uit het raam hangend of al breiend aan het zoveelste vest, in deur openingen staand zich luidkeels in het Turks, het Portugees, met een Surinaams accent of gewoon in plat Rotterdams bemoeien met alles wat er binnen hun scherpe blikveld gebeurt. Mijn moeder en ik spelen geregeld badminton op zulke dagen, gewoon midden op straat,
Voor een buitenstaander is dit een buurt waar je beter niet kunt komen, een achterbuurt, waar opgeschoten jongens met hun brommertjes en hun helmen met daaraan een vossenstaart op hoeken bij elkaar staan en meisjes van vijftien, zestien soms al achter een kinderwagentje lopen. Voor ons als bewoners van deze straat is het hier veilig, zelfs 's avonds laat want 'ons kent ons' en iedereen houdt iedereen in de gaten. Toch raken de gemoederen, zeker op zulke hete dagen geregeld verhit en de politie komt hier vaak om vechtpartijen tussen de verschillende warmbloedige nationaliteiten te sussen.
Er is maar één ding dat, zodra we het horen, alles en iedereen van jong tot oud en in alle kleurschakeringen verbroederd en verzusterd. En dat gebeurt als de zon al ver achter de oude huizen in verdwenen en alleen de warmte nog in de straten hangt.
Van verre klinkt de melodie ' Raindrops keep falling on my head' En dan weten we: daar is de ijscokar!
Op zulke dagen wordt in deze straat alles naar buiten gesleept. Vogelkooien met kleurrijke vogels worden uit donkere huiskamers gehaald en door de even kleurrijke eigenaars, slechts gekleed in korte broek en onderhemd en vaak met de afrokam nonchalant in het kroeshaar gestoken, op het dak van hun aftandse auto's geplaatst, waarna de wagen uitgebreid in het sop wordt gezet. Uit verschillende transistor radiootjes klinkt blikkerige muziek.
In de op de stoep geplaatste opblaasbadjes die vanuit bovenramen via een tuinslang zijn gevuld, wordt lachend en gillend gespetterd door kleine kinderen waar het in deze straat van wemelt, terwijl moeders in alle maten en kleuren, met de ellebogen op een kussen geleund uit het raam hangend of al breiend aan het zoveelste vest, in deur openingen staand zich luidkeels in het Turks, het Portugees, met een Surinaams accent of gewoon in plat Rotterdams bemoeien met alles wat er binnen hun scherpe blikveld gebeurt. Mijn moeder en ik spelen geregeld badminton op zulke dagen, gewoon midden op straat,
Voor een buitenstaander is dit een buurt waar je beter niet kunt komen, een achterbuurt, waar opgeschoten jongens met hun brommertjes en hun helmen met daaraan een vossenstaart op hoeken bij elkaar staan en meisjes van vijftien, zestien soms al achter een kinderwagentje lopen. Voor ons als bewoners van deze straat is het hier veilig, zelfs 's avonds laat want 'ons kent ons' en iedereen houdt iedereen in de gaten. Toch raken de gemoederen, zeker op zulke hete dagen geregeld verhit en de politie komt hier vaak om vechtpartijen tussen de verschillende warmbloedige nationaliteiten te sussen.
Er is maar één ding dat, zodra we het horen, alles en iedereen van jong tot oud en in alle kleurschakeringen verbroederd en verzusterd. En dat gebeurt als de zon al ver achter de oude huizen in verdwenen en alleen de warmte nog in de straten hangt.
Van verre klinkt de melodie ' Raindrops keep falling on my head' En dan weten we: daar is de ijscokar!