St Christoffel.
Mijn grootvader had in de jaren zestig een donkerrode Ford Taunus met een rood stuur en een versnellingspook in de vorm van een handle naast dat rode stuur. De wagen had ook van die driehoekraampjes met grappige zilverkleurige handletjes die je, los van het draairaam, open kon
zetten en bovendien een voor- èn een achterbank waarvan de laatste voorzien was van een rood geruite plaid met franje en twee kussens om op lekker te kunnen liggen tijdens lange autoritten.
Wat ik echter het interessantst vond was de St Christoffelpenning die in de vorm van een ronde magneet tegen het dashboard geplakt zat. Op de penning was een oude man in een jurk ( daar leek het in mijn vijfjarige ogen tenminste op) te zien, leunend op een enorme stok die een klein kindje op zijn schouder droeg. Van mijn oma wist ik dat kindje Jezus was die hij over de rivier droeg en ook dat St Christoffel de schutspatroon was van reizigers onder andere. (Dit legde ze me natuurlijk in iets simpelere bewoordingen uit, aangezien er aan mijn kleuterwoordenschat een grens zat. Als Meneer de Uil bijvoorbeeld zong van: want dieren zijn precies als mensen, met dezelfde mensenwensen en dezelfde mensenstreken... dacht ik bij het woord 'streken' altijd aan een strijkbout en strijkplank)
Later verhuisde de penning mee naar de kanariegele Ford Escort die mijn opa in 1974 kocht en die dan wel de modernste nieuwigheid van veiligheidsgordels had, maar daar was, naar mijn bescheiden mening, qua voordelen alles mee gezegd. Deze wagen had niet eens een voorbank waar ik lekker knusjes tussen mijn grootouders in kon zitten en ook nog eens twee deuren minder. Maar de St Christoffelpenning zat als vanouds tegen het dashboard geplakt en dat was een hele troost.
Laatst, na onze meest recente Disney dag, besloot manlief om op de terugweg langs Amiens te rijden, dat toch op de route lag, omdat daar een kolossale kathedraal staat uit de dertiende eeuw die hij graag van dichtbij wilde bekijken. Daar aangekomen liepen dochterlief en ik samen door het inderdaad reusachtige bouwwerk terwijl manlief alle hoekjes en gaatjes op de gevoelige plaat zette. We kwamen langs een sierlijk hek waarachter zich een vrij grote nis bevond. Aan de muur hing een enorm schilderij van een oude man,
geleund op een stok die een kind op zijn schouder draagt.
' Kijk... ' wees ik de dochter, die, niet erg geïnteresseerd in dit soort oude mensen bezienswaardigheden, plichtmatig met me mee wandelde, '… dat is eh... ' (en ik kon zo een-twee- drie niet op zijn naam
komen) ...de schutspatroon van reizigers. Mijn opa had er vroeger een penning van in zijn auto hangen. Hoe heette hij nou...? '
Ik zocht naarstig de hoeken van mijn jeugdherinneringen af, maar geen naam dook op, tot ik de dochter tot mijn stomme verbazing hoorde zeggen: ' St Christophe. '
Verrast keek ik haar aan, klaar om mezelf te feliciteren met het feit dat er toch nog wel iets was blijven hangen van alle dingen die ik haar in de loop van haar leven verteld had en waarvan dit er blijkbaar één was geweest. En dat niet alleen, blijkbaar paste ze haar herinnering onmiddellijk aan aan het land waar we op dat moment waren en noemde in plaats van de Hollandse, de Franse naam nota bene! Mijn hemel, dit kind van mij was briljant!
' Wat goed van jou! ' riep ik nog net niet uit, want in een kathedraal zo groot als deze is dat met al die galm niet zonder risico.
' En dat je dat onthouden hebt! ' wilde ik er nog aan toevoegen, maar ze hielp me wreed uit de droom.
' Het staat daar. ' zei ze wijzend op het bordje dat onder het schilderij hing en waar in grote letters inderdaad
' St Christophe ' stond.
Daarna slenterde ze schouderophalend verder, mij met open mond achterlatend...
Mijn grootvader had in de jaren zestig een donkerrode Ford Taunus met een rood stuur en een versnellingspook in de vorm van een handle naast dat rode stuur. De wagen had ook van die driehoekraampjes met grappige zilverkleurige handletjes die je, los van het draairaam, open kon
zetten en bovendien een voor- èn een achterbank waarvan de laatste voorzien was van een rood geruite plaid met franje en twee kussens om op lekker te kunnen liggen tijdens lange autoritten.
Wat ik echter het interessantst vond was de St Christoffelpenning die in de vorm van een ronde magneet tegen het dashboard geplakt zat. Op de penning was een oude man in een jurk ( daar leek het in mijn vijfjarige ogen tenminste op) te zien, leunend op een enorme stok die een klein kindje op zijn schouder droeg. Van mijn oma wist ik dat kindje Jezus was die hij over de rivier droeg en ook dat St Christoffel de schutspatroon was van reizigers onder andere. (Dit legde ze me natuurlijk in iets simpelere bewoordingen uit, aangezien er aan mijn kleuterwoordenschat een grens zat. Als Meneer de Uil bijvoorbeeld zong van: want dieren zijn precies als mensen, met dezelfde mensenwensen en dezelfde mensenstreken... dacht ik bij het woord 'streken' altijd aan een strijkbout en strijkplank)
Later verhuisde de penning mee naar de kanariegele Ford Escort die mijn opa in 1974 kocht en die dan wel de modernste nieuwigheid van veiligheidsgordels had, maar daar was, naar mijn bescheiden mening, qua voordelen alles mee gezegd. Deze wagen had niet eens een voorbank waar ik lekker knusjes tussen mijn grootouders in kon zitten en ook nog eens twee deuren minder. Maar de St Christoffelpenning zat als vanouds tegen het dashboard geplakt en dat was een hele troost.
Laatst, na onze meest recente Disney dag, besloot manlief om op de terugweg langs Amiens te rijden, dat toch op de route lag, omdat daar een kolossale kathedraal staat uit de dertiende eeuw die hij graag van dichtbij wilde bekijken. Daar aangekomen liepen dochterlief en ik samen door het inderdaad reusachtige bouwwerk terwijl manlief alle hoekjes en gaatjes op de gevoelige plaat zette. We kwamen langs een sierlijk hek waarachter zich een vrij grote nis bevond. Aan de muur hing een enorm schilderij van een oude man,
geleund op een stok die een kind op zijn schouder draagt.
' Kijk... ' wees ik de dochter, die, niet erg geïnteresseerd in dit soort oude mensen bezienswaardigheden, plichtmatig met me mee wandelde, '… dat is eh... ' (en ik kon zo een-twee- drie niet op zijn naam
komen) ...de schutspatroon van reizigers. Mijn opa had er vroeger een penning van in zijn auto hangen. Hoe heette hij nou...? '
Ik zocht naarstig de hoeken van mijn jeugdherinneringen af, maar geen naam dook op, tot ik de dochter tot mijn stomme verbazing hoorde zeggen: ' St Christophe. '
Verrast keek ik haar aan, klaar om mezelf te feliciteren met het feit dat er toch nog wel iets was blijven hangen van alle dingen die ik haar in de loop van haar leven verteld had en waarvan dit er blijkbaar één was geweest. En dat niet alleen, blijkbaar paste ze haar herinnering onmiddellijk aan aan het land waar we op dat moment waren en noemde in plaats van de Hollandse, de Franse naam nota bene! Mijn hemel, dit kind van mij was briljant!
' Wat goed van jou! ' riep ik nog net niet uit, want in een kathedraal zo groot als deze is dat met al die galm niet zonder risico.
' En dat je dat onthouden hebt! ' wilde ik er nog aan toevoegen, maar ze hielp me wreed uit de droom.
' Het staat daar. ' zei ze wijzend op het bordje dat onder het schilderij hing en waar in grote letters inderdaad
' St Christophe ' stond.
Daarna slenterde ze schouderophalend verder, mij met open mond achterlatend...